Het karwei is nooit af. Over Stefan Hertmans als essayist.

Na een afstudeerscriptie sporen voorbij de taal over het werk van Stefan Hertmans, een bijdrage over de dichtbundel ‘Vuurwerk, zei ze’ in het Hertmans Handboek van Poëziecentrum,  een artikel over de centrale rol van vrouwenfiguren in het werk van Hertmans – eerst in de lage landen en later in herwerkte versie in het programmaboek van Wim Henderickx’ opera De bekeerlinge, nu een stuk over Hertmans als essayist.  De tekst is verschenen in het jongste februarinummer van de lage landen en ook online te lezen.

Er tekent zich een patroon af geworteld in fascinatie en bewondering. Ook voor mij als ‘terugschrijver’ is het karwei nog lang niet af, gelukkig maar!

Zo onvertaalbaar als wat. Over ‘Tosca’ van Maud Vanhauwaert

Voor welke literaire prijs is ‘Tosca’, het prozadebuut van een van de meest speelse dichters uit ons taalgebied, niet genomineerd? Impressionant en met reden want het werk is net als de maker niet voor één hand te vangen.

Ik besprak Vanhauwaerts prachtig vormgegeven debuutroman over de impact van een ontmoeting tussen literair vertaler May en Aline, het zwijgzame meisje met de oranje muts, voor het novembernummer van de lage landen. Zoals steeds is de integrale beschouwing ook online te raadplegen.

Huisje, boompje, boekje. Over ‘Net echt’ van Saskia De Coster

‘Net echt’, de jongste roman van Saskia De Coster, maakt kans op de Boekenbon Literatuurprijs. (what ’s in a name?!) Waarom ze bij de kanshebbers is, lees je in de recensie die ik voor de Lage Landen schreef. Deze hier. Maar uiteraard is het nog veel beter om De Costers gelaagde en grappige pageturner gewoon zelf te lezen. Haar schrijfstijl is weergaloos, doe er je voordeel mee.

(c) KMSK

Een toverbal die steeds van kleur verandert: Laurens De Vos en Basje Boer over vrouwenrollen.

Voor de lage landen schreef ik een dubbelrecensie over Dramatische vrouwen en Pose, de recente publicaties van respectievelijk Laurens De Vos en Basje Boer. Als filoloog en theaterwetenschapper onderzoekt De Vos iconische vrouwenrollen in canonieke toneelteksten, terwijl schrijver en cultuurcriticus Basje Boer de verschillende varianten van het beeld van vrouw in de populaire beeldcultuur onderzoekt. Ze focust hiervoor in het bijzonder op vrouwen in film. In die zin is haar boek naast uiterst interessante lectuur ook de aanzet om films te gaan (her)-ontdekken.

Mijn volledige beschouwing is hier te lezen. De smaakvolle papieren editie van het recente nummer van de lage landen is ook te vinden in de betere boekhandel en/of op het leesplein van je bib.

Gevallen omdat ze wilde, omdat ze kon, vliegen. Over ‘Zij’ van Maaike Neuville.

“wie denk je wel dat je bent, wat denk je wel dat je doet, wat geeft jou het recht om je eigen woorden enzovoort?

Hoe zelfbewust het woord te nemen zonder ten prooi te vallen aan zelftwijfel? Hoe jezelf te begrenzen en tegelijkertijd ook steeds de grenzen van een ander te respecteren?

Deze vragen staan centraal in de debuutroman van Maaike Neuville die het resultaat is van nauwkeurig zelfonderzoek en geldt als een vorm van autofictie. De lezer ontmoet er Ada, een succesrijke veertigjarige actrice en haar kat Fictie -“Nu is het goed, Fictie zit op de vuile was, nu mag ik vertrekken.” -Gedurende een dag en een nacht gaat Ada de confrontatie aan met mannen die haar grenzen schonden. Ze wil het punt bereiken waarop ze zelf woorden durft te scheppen. Haar intelligente stem verheft een persoonlijke beleving naar een universeler plan. In de precisie van de zinnen ruist Neuvilles ervaring als theatermaker.

Mijn bespreking van dit prachtige debuut is te lezen in het eerste nummer van 2023 van de lage landen en op de website.

Lanterfanters, hemelbestormers en titaantjes. Over het teksttheater van Hof van Eede.

De afgelopen jaren wandelde ik steeds met een vol gevoel de theaterzaal uit na een voorstelling van Hof van Eede. Met hun maatschappijkritisch theater wisten ze me te verrassen, te beroeren, aan het lachen te brengen en aan het denken te zetten.
Nu ze verder gaan als de HOE mocht ik voor De Lage Landen een terugblik schrijven. De tekst is integraal te lezen op de website en in het papieren februarinummer.

The Big Drop-Out’ (2019) (c) Michiel Hendryckx

Van zwerfsteen tot thuisreiziger. Over ‘ik=cartograaf’ van Jeroen Theunissen

In het septembernummer en op de webstek van de lage landen bespreek ik het non-fictiedebuut ‘ik= cartograaf’ van dichter en romancier Jeroen Theunissen. Als fervent wandelaar en reiziger – en dus zelf vertrouwd met het somtijds knagend gevoel van fernweh – had het werk, nog voor verschijning mijn aandacht. Meer dan terecht, zo blijkt.

terra incognita

Een multi-inzetbaar monster. ‘Mary’ van Anne Eekhout

In haar Italiaanse reisdagboek schrijft Virginia Woolf op 12 mei 1933 over Casa Magni, de witte villa in de blauwe baai van Lerici waar Mary en Percy Shelley verbleven: “Shelley’s house waiting by the sea, & Shelley not coming, & Mary & Mrs Williams watching from the balcony & then Trelawney coming from Pisa, & burning the body on the shore – thats (sic) on my mind.”

Het verhaal over de verdrinkingsdood van de romantische dichter met een liefde voor zeilen die helaas niet kon zwemmen, is bekend, maar het was Woolfs focus op de wachtende Mary die zich als een haakje in me vastzette. Iets gelijkaardigs overkwam Anne Eekhout bij een bezoek aan het Keats-Shelley House in Rome. Ze vatte er het plan voor haar eind 2021 in prachtige hardcover verschenen roman Mary op. Het is Eekhouts eerste verhaal dat niet louter gebouwd is op verzinsels.

De opzet van Anne Eekhouts vierde roman is goed: Mary Wollstonecraft Shelley, auteur van Frankenstein, uit de schaduw van haar roemruchte context schrijven. Helaas laat Eechouts povere schrijfstijl te weinig overeind van Mary’s complexe geest. De gedreven, onverschrokken Mary – die zowel spreekt uit haar eigen werk als uit Fiona Sampsons biografie In Search of Mary Shelley (2018) schemert te vaag door in Eekhouts vertelling die gestoffeerd is met oppervlakkige dialogen en uitleggerige oneliners.

In het recente nummer van de Lage Landen en op hun website lees je er alles over.

Casa Magni (Mary Shelley’s house) – (c)LDH

Een stille revolte. De vrouwelijke stem bij Stefan Hertmans

Met De opgang (2020) voltooit Stefan Hertmans zijn historisch drieluik, na Oorlog en terpentijn (2013) en De bekeerlinge (2016). De stille Mientje uit De opgang is, net als Céline en Hamoutal uit de vorige twee romans, een bijzonder personage. Ook al spelen deze vrouwen niet per se de hoofdrol, uiteindelijk is het hun stem die de lezer vergezelt en voor een gewetensvraag stelt, lang nadat het boek gesloten is.

In een essay gepubliceerd in het februarinummer van De Lage Landen verken ik de verschillende manieren waarop deze sterke vrouwen zich verzetten, voor zichzelf denken en steeds bevragen wat zogenaamd vast staat.

De integrale tekst vind je op de website van De Lage Landen.

Hertmans

Poëtisering tegen de polarisering: Maud Vanhauwaert als Antwerps stadsdichter

Over Het stad in mij (2020)

Wij wonen in één stad maar meer nog 
wonen wij in vele talen die langs en over
en in elkaar botsen en die klinken
met tongen die vreemd vallen

In het novembernummer van De Lage Landen schrijf ik over Het stad in mij, de prachtig vormgegeven, lijvige bundel waarin Maud Vanhauwaert de poëtische interventies en experimenten die ze ondernam als negende stadsdichter van Antwerpen verzamelt. Poëzie als een manier om elkaar te leren verstaan en de ander dichter te benaderen, daar is het Vanhauwaert om te doen. Haar verzen zijn vrolijk en ontwapenend, maar toch weet ze de dingen ook op scherp te zetten.

Hoe ze dat, schijnbaar moeiteloos, voor mekaar krijgt kan je ook hier lezen.

Het stad in mij | Das Mag
(c) DasMag